Met de titel Fietsend door de Himalaya werden we meteen aangetrokken tot het nieuwste boek van Myra de Rooy. Wij zijn namelijk niet vies van een paar mooie fietsavonturen, maar door de Himalaya klonk next level. De ruim 1100 kilometer lange fietstocht gaat door het meest spectaculaire gebergte van de wereld. Myra start haar fietsavontuur in Shimla en gaat via diverse passen van wel 5000 meter naar het plaatsje Leh. Wat ons betreft een van de meest waanzinnige fietstrips die we recent tegen zijn gekomen. En daarom gaan we in gesprek met Myra de Rooy.
Fietsend door de Himalaya
Zodra je de dikke pil van een boek – bijna 400 pagina’s – openslaat, worden beeldende mensen meteen gepakt met adembenemende beelden uit de Himalaya. Enkele pagina’s verderop begint het boek met de zin ‘if you can dream it, you can do it’. Het is misschien een droom voor weinig stervelingen, maar een grote van Myra. Meteen benieuwd naar het boek? Koop hem bij bol.com.
Myra de Rooy
Myra de Rooy (1957) is van huis uit geoloog. En daarnaast bergbeklimster en schrijfster. Fascinerend kijkt ze naar de bergwereld en haar inwoners. Eerder schreef ze al boeken: Vrouwen in Boeddha’s Bergen, Het Windpaardhuis, Dochters van de bergen, Chamlang en In de lengte. En nu is ze naast bergbeklimster, geoloog en schrijfster ook fietster. We spraken haar over haar nieuwste boek: Fietsend door de Himalaya.


Wat trok je uiteindelijk over de streep om op de fiets door de Himalaya te trekken, terwijl je jezelf altijd als bergwandelaar hebt gezien?
Inderdaad zie ik mezelf meer als bergbeklimmer en bergwandelaar dan als fietser. Tijdens de coronacrisis werd reizen moeilijk, zelfs met de trein. Om in die periode in Nederland toch micro-adventures uit te voeren, kocht ik een stoere fiets (een Idworx). In het tweede coronajaar gingen de Europese grenzen open en toen fietste ik via Duitsland, Polen en de Baltische Staten naar Finland. Wat bleek: fietsen is ook leuk, zeker als je langere afstanden wilt afleggen. Toen verre reizen weer mogelijk werden, wilde ik graag terug naar de Himalaya – mijn grote liefde. Het idee kwam bovendrijven om daar te gaan fietsen. En zo belandde ik met de fiets in de Indiase Himalaya, een fietstocht over 5000 meter hoge bergpassen in het grensgebied met Tibet, van de voormalige Britse zomerhoofdstad Shimla, via Kinnaur, Spiti en Lahaul naar Ladakh.
Je noemt je fiets Dirk, een naam die duidelijk een persoonlijke betekenis heeft. Wat betekent het voor jou om zo’n band met je uitrusting te hebben?
Het slaat natuurlijk nergens op dat ‘een ding’ een naam krijgt. Toch bouw je met een onontbeerlijk onderdeel van je uitrusting een band op. Enkele jaren geleden maakte ik een 3000 kilometer lange solotocht door de Noorse bergen. In de zomer te voet met een rugzak. In de winter bond ik ski’s of sneeuwschoenen onder en ik had een slee bij me waarop ik mijn hele hebben en houden vervoerde, zoals mijn kampeeruitrusting. Die slee werd echt een maatje, soms stribbelde hij tegen bij steile hellingen, maar zonder slee had ik het niet gered. Ik noemde hem Kees. Met mijn fiets kreeg ik ook al snel een band. Dat werd Dirk, genoemd naar een grootvader. Dirk heeft me niet laten zitten, geen pech onderweg, zelfs geen lekke band. Hij bracht me naar grote hoogte. Overigens hebben mijn andere uitrustingsstukken geen naam. Maar ik zou me kunnen voorstellen dat een kano ook een naam zou krijgen.
Tijdens je reis heb je letterlijk en figuurlijk hoge pieken bereikt. Wat was voor jou het meest bijzondere en overweldigende moment in de bergen?
Het is moeilijk om er eentje te noemen. Het hoogste punt hoeft namelijk niet altijd het hoogtepunt te zijn. Dat merkte ik ook als deelnemer aan de eerste Nederlandse vrouwenexpeditie, toen we in Nepal een 7000-er beklommen, de Chamlang. Het was eerder de weg er naar toe – samen iets opzetten, voorbereidingen en de beklimming. In het geval van mijn fietstocht waren er veel overweldigende momenten. De eerste 5000 meter pas, de Lachulung La, op eigen kracht bereiken was natuurlijk bijzonder, maar de afdaling daarna door een geweldig landschap was minstens zo mooi. Ik heb geologie gestudeerd en het was fietsen door een open geologieboek.


Hoe bereid je je fysiek en mentaal voor op een fietstocht door een gebied als de Himalaya? Zijn er verrassingen die je niet kon trainen?
Trainen, veel trainen is de mantra. Op de fiets in Limburg, helling op en af is een prima training. Die hellingen zijn vaak zelfs steiler dan in de Himalaya, want daar moeten de vrachtwagens het ook trekken en dat zijn soms roet uitbrakende barrels. Behalve fietsen heb ik me fysiek ook voorbereid door hardlopen, de sportschool en het hele jaar door buiten zwemmen. Mentaal bereid ik me eigenlijk nooit voor.
Waar je niet op kan trainen is de hoogte. Dat is echter geen verrassing, dat weet ik al van het bergbeklimmen. Het geheim is niet te hoog beginnen en vooral niet te snel stijgen op een dag. De tijd nemen voor acclimatisatie, want aan hoogteziekte kan je onderdoor gaan. Een ‘verrassing’, die ik niet kon trainen is het gedrag van sommige vrachtwagenchauffeurs. Ik ben eenmaal bijna van de sokken gereden en ik heb geluk dat ik nog leef.

In je boek schrijf je over ontmoetingen met inspirerende mensen onderweg. Welke ontmoeting heeft de grootste indruk op je achtergelaten?
Ik ben ‘verslaafd’ aan de bergen, maar de bergbevolking kan ik daar niet los van zien. In mijn boeken schrijf ik daarom niet alleen over de bergwereld, maar ook altijd over de lokale bevolking. Ik fiets door ‘hun thuis’. Ik ben slechts te gast. Zij hebben kennis en ervaring, daar verbleken al mijn vaardigheden bij. Bij deze reis hebben actievoerders van de No Means No-beweging de grootste indruk achtergelaten, zoals een van de oprichters Mahesh Negi. Hij verzet zich met vele anderen, jong en oud, tegen de grootschalige dammenbouw in de Satluj-rivier. Die waterkrachtprojecten tasten de natuur en cultuur aan. Bronnen drogen op, er komen meer aardverschuivingen voor in het aardbevingsgevoelige en kwetsbare Himalaya-gebied.


Hoe verbind je jezelf met de lokale bevolking en hun cultuur tijdens zo’n tocht? Zijn er specifieke gewoontes of rituelen die je onderweg hebt overgenomen?
Als ik reis gedraag ik me altijd volgens de regels en gewoontes van een regio, dat heeft te maken met respect. Bij heilige plekken, zoals een klooster, loop ik met de klok mee er omheen. Ik weet hoe een gebedsmolen werkt en heb boterthee leren drinken. Waarschijnlijk maak ik weleens fouten, want tradities en gebruiken zie je niet altijd aan de buitenkant, maar ik doe wel mijn best om me vooraf in de bevolking en de cultuur te verdiepen. Dat wordt gewaardeerd. Ik word regelmatig uitgenodigd bij mensen thuis, in kloosters of een nomadentent en in Ladakh heb ik veel lokale vrienden. Dat voelt als cadeautjes.

Wat betekent vrijheid voor jou op de fiets, vooral in een uitgestrekt landschap als de Himalaya?
Vrijheid voor mij op de fiets is dat ik zelf mijn eigen ritme bepaal. In een lokale bus gaat er veel langs je heen. Fietsend kan ik bij ieder mooi uitzicht afstappen of mijn tent ergens opzetten. Ik kan mijn fiets (op een veilige plek) parkeren en te voet een zijdal verkennen of een topje meepakken. Van niemand anders afhankelijk zijn, mijn eigen koers varen. Dat is voor mij vrijheid.
Welke rol speelt duurzaamheid in je reizen? Hoe probeer je een positieve impact achter te laten op de plekken die je bezoekt?
Tot mijn schande heb ik al heel wat vliegkilometers gemaakt. Als ik op de bestemming arriveer, of later tijdens het fietsen en tijdens trektochten, ben ik wel op een duurzame manier bezig. Ik overnacht in een simpel guesthouse of ik kampeer. Een bed is een bed, ik ga niet voor luxe. Al krijg je er ongewild wel eens een vlo of bedwants bij. Ik eet wat de pot schaft, alleen geen vlees. Op de fiets had ik een zonnepaneel bij me. Ook thuis, in het gewone leven, probeer ik duurzaam te leven en reis ik met het openbaar vervoer of mijn fiets.
Wat laat ik voor positieve impact achter? Tja, dat is een moeilijke. Ik schrijf in mijn boeken behalve over de bergen, de geologie en de lokale bevolking ook over mensenrechten, het milieu en klimaatverandering. Ik kan daarmee een doorgeefluik zijn voor de problemen waar de bergbewoners mee te maken hebben, zoals watertekorten door versnelde smelt van gletsjers. Rapporten, tabellen en grafieken zijn minder aansprekend dan een levensverhaal optekenen en doorgeven. Wanneer een probleem gekoppeld is aan echte mensen gaat het denk ik meer leven. Misschien is dat mijn positieve bijdrage.

Welke praktische tip zou je geven aan iemand die voor het eerst een fietstocht door de bergen wil maken?
Mijn tip is om eerst een lange fietstocht in vlakker terrein te maken. Kijk of je dat leuk vindt. En kies je dan voor de bergen, neem dan ter plekke de tijd voor acclimatisatie. Het is een reis en geen race. In de Indiase Himalaya heeft de organisatie die wegen aanlegt borden in de berm gezet met spreuken. Eentje die ik tegenkwam was: If you can dream it, you can do it. Dus dat is mijn grootste tip’: Gewoon gaan!

Je hebt onderweg veel geleerd, zowel over jezelf als over de wereld om je heen. Wat was het belangrijkste inzicht dat je tijdens deze reis hebt opgedaan?
Dat is weer een moeilijke vraag. Ik leer inderdaad veel van mijn reizen, al is het maar hoe goed ik het heb, dat ik dit allemaal kan doen, als vrouw alleen. De ervaring dat je niet veel nodig hebt om gelukkig te zijn. Mijn belangrijkste inzicht deze reis was eigenlijk dat zelfs als je niet geroutineerd bent, in dit geval fietsen, dat je het gewoon moet proberen. Dat slaat eigenlijk wel aan bij de vorige vraag. En bij een van mijn eerste Himalaya-reizen zei een oude boeddhistische non tegen me: ‘Gedeeld geluk is dubbel geluk.’ Dat klopt. Mijn fiets was ook een verbinder, veel gesprekken begonnen, omdat mensen nieuwsgierig waren naar Dirk en wat ik met hem aan het doen was.

Hoe heeft jouw achtergrond als geoloog jouw manier van reizen beïnvloed, vooral in een regio als de Himalaya?
Ik denk zeker dat mijn studie mij tijdens het reizen beïnvloed. Ik kijk met andere ogen en heb denk ik meer oog voor details. Maar dat zullen mensen met kennis van andere vakgebieden eveneens ervaren. Zo ken ik van de meeste vogels en planten niet de namen. Dat is ook niet nodig om er van te kunnen genieten. Toch is het wel een voordeel als je hebt leren kijken, dan kan je meer zien. Dus in die zin denk ik dat ik echt profijt heb van mijn geologiestudie om het terrein te leren ‘lezen’. Ik heb het idee dat ik daardoor meer in het landschap ben, dan dat ik door een landschap reis.

Stel dat je één emotie of ervaring van deze reis met je lezers kon delen, welke zou dat dan zijn?
Misschien de emotie dankbaarheid. Dankbaarheid dat ik in zo’n ongelooflijk berglandschap kan rondreizen en me er thuis voel. Dat wens ik iedereen.
Wat mis je het meest aan de bergen wanneer je weer terug in Nederland bent?
Thuis mis ik de uitgestrekte leegte, de stilte, de woeste ruigte, de oogverblindende schoonheid én de fysieke inspanning om ergens te komen.


Je noemt jezelf een ‘ontmoetingsreiziger’. Hoe combineer je dat met het fysieke en soms eenzame karakter van een fietstocht?
Ik vind het leuk om onderweg mensen tegen te komen. Ik kan echter ook intens genieten van het alleen zijn. Zo heb ik eens in Noorwegen in een berggebied drie weken geen mens ontmoet. Dat is bijzonder. Dus voor mij is de combinatie mooi. Ik heb die eenzaamheid – tijdens een dagwandeling of langer – nodig om daarna weer mensen te ontmoeten.

Wat staat er op jouw verlanglijstje voor je volgende grote avontuur? Gaat dat weer op de fiets zijn, of toch terug naar klimmen en wandelen?
Zomer 2024 heb ik 800 kilometer door de Alpen gewandeld van Triest naar Obertsdorf, met mijn tent op mijn rug. Onderweg gebruikte ik alleen mijn benen en geen ander vervoersmiddel. De hele ‘Alpenboog’ is 2000 kilometer, dus ik heb nog een stukje te gaan. Toch heb ik voor mijn aankomende reis een ander plan. Ik wil de Cape Wrath Trail in Schotland lopen, een zware voettocht zonder markeringen door de bergen en weer met alles op mijn rug. Toen ik ging uitzoeken hoe ik er kan komen, begon het toch ook te kriebelen om Dirk erbij te betrekken. Ik heb nu het plan om te gaan fietsen. Vanaf Harwich naar Land’s End, in het uiterste zuidwesten van Engeland, vanaf daar naar John o’Groats, in het noordoosten van Schotland, dan naar Fort William waar mijn trektocht begint. En terug op de fiets. Of het een boek wordt? Geen idee. Ik ben eerst nog bezig met mijn zevende boek, dat gaat over de nomaden in Ladakh. Voor die nomaden heb ik bewondering, hun zware leven in de bergen is wat anders dan mijn ‘plezierreisjes’.

Welke bucketlist fietstochten staan er nog op de lijst?
Ik heb nog veel dromen en plannen, maar eerst mijn fiets/wandelplan voor 2025 proberen. Dan komt er wel weer wat anders op mijn pad. Als niet alles loopt zoals gepland, dan is dat ook geen ramp. Zoals ik al zei: het gaat niet om het einddoel, maar om de weg er naar toe … Te voet of op de fiets.
Fietsend door de Himalaya lezen
Werd je ook helemaal meegenomen in het prachtige verhaal van Myra de Rooy? Het boek Fietsend door de Himalaya is nu verkrijgbaar bij de boekhandel en bijvoorbeeld bol.com.
